Onderwijssymposium_Almere-10-2023-002

Samen Opleiden voor een Circulaire Regionale Economie

Het Aeres VMBO/MBO in Almere was onlangs het decor van een bijzonder onderwijssymposium waar professionals uit de hele polder samenkwamen. De middag leverde inzichten en een tussenstand op van het consortium Flevoland, bestaande uit vo-, mbo-, en hbo-instellingen. Dit consortium* werkt samen aan de vraag wat het onderwijs in Flevoland nodig heeft om structureel op te leiden voor een circulaire regionale economie. Daarbij wordt met praktijkprojecten ingezet op onderwijskundig leiderschap, versterking van samenwerkingen met partijen buiten de school, en curriculum- en leerlijnontwikkeling. In dit artikel delen we de opbrengsten van dit Flevolands onderwijssymposium met je.

De dag begint met een warm welkom door Rik Meerema, directeur van het Aeres MBO Almere, en Guido Bastiaans, projectleider in het Sustainability Skills programma van Coöperatie Leren voor Morgen. Zij leggen uit dat een Circulaire Regionale Economie het belang van samenwerking benadrukt om de levensduur van producten en grondstoffen te maximaliseren. In deze context speelt het onderwijs een cruciale rol in het opleiden van toekomstige professionals die deze economische transitie kunnen realiseren. Dit kunnen we doen door hen toe te rusten met duurzame vaardigheden en samen te leren in transitie. Meerema: “Wij leiden groene veranderaars op; die zich met hart en gezond verstand bezighouden om iedere dag beter te zijn voor mens, dier, milieu en maatschappij.”

Waarom werken aan circulaire vaardigheden?
Pitches van Kitty van Zijtveld (docent en studieleider duurzame bedrijfskunde Aeres Hogeschool), Duco van Kleij (coördinator duurzaamheid en milieu bij van Wijnen), en Marjolein Sijtsma (MBO-4 student Maatschappelijke Zorg bij het MBO College Lelystad), benadrukten het belang van het ontwikkelen van circulaire kennis en vaardigheden. Wat in alle pitches naar voren kwam is hoe studenten aangemoedigd kunnen worden om betrokken te zijn bij duurzaamheidsinitiatieven die aansluiten bij hun toekomstige professie, zodat zij deze kennis later kunnen toepassen in hun werk. Een mooi voorbeeld hiervan werd getoond in een video van de hackathon ‘Reshape the Future’ van de Hogeschool Windesheim. Hierbij werden studenten gevraagd om creatieve oplossingen te bedenken voor het hergebruik van reststromen. Ze leerden hier interdisciplinair samenwerken aan een duurzame opgave.

Het vormgeven van regionale samenwerking
Keynote-spreker Vincent Zijlstra, programmamanager van de Bouwacademie Amsterdam, nam ons mee door zijn ervaringen in het opzetten van circulaire regionale samenwerkingen. Dat begint vanuit de enorme ambities en ontwikkelingen waar vanuit het onderwijs aan bijgedragen kan worden. Een samenwerking tussen de Bouwacademie, Bouwmensen, Gemeente Amsterdam, Bouwend Nederland en het ROC van Amsterdam, en later ook TNO en de TU Delft, leidde tot het samenbrengen van al het bouwonderwijs onder één dak en een projectplan voor he verduurzamen van de gebouwde omgeving waarbij onderwijs en onderzoek zijn aangesloten. Zijlstra: “De resultaten vertalen we door naar het onderwijs. Zo ontwerpen studenten van de TU nieuwe gevels en wordt er door andere studenten een werktekening gemaakt op basis van deze ontwerpen. Die werktekeningen gaan vervolgens naar de opleiding tot timmerman, waar de studenten aan werken aan de uitvoering.” Ook Zijlstra benadrukt het belang van samenwerking tussen regionale partijen. Hij gaf daarbij aan dat het opgerichte innovatienetwerk in zijn ervaring een katalyserend effect had op de regionale verbinding.

Kennissnacks naar keuze!
Vervolgens konden de deelnemers aansluiten bij drie ‘kennissnacks naar keuze’. Op het menu stonden: Spark the Movement voor brede samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven; circulaire skills en de CRE Toolbox; en professionalisering van docenten met expeditie duurzaam.

Heleentje Swart vertelde over het programma “Spark the Movement” om het onderwijs uit te nodigen om samen te werken aan brede welvaart met andere partijen in de omgeving. Ze benadrukte daarbi het belang van een gemeenschappelijke taal en samenwerking tussen verschillende generaties en functies: studenten, docenten, bedrijven, schoolleiders en anderen. Op drie niveaus kunnen verschillende tools ondersteuning bieden: de Inner Development Goals op persoonlijk niveau, de Whole School Approach voor Leren voor Duurzame Ontwikkeling op organisatieniveau, en de UNESCO ESD 2030 op regionaal niveau.

Joost van Blanken en Fleur Broer presenteerden samen de CRE Toolbox. Deze toolbox is ontwikkeld door het gelijknamige practoraat en dient als pakket aan hulpmiddelen om duurzaamheid en circulariteit in de les en het docententeam te brengen. De toolbox omvat meer informatie over de fundering van circulair denken en doen en praktische tips rondom lesmaterialen, bedrijfsbezoeken, professionalisering, inspiratiesessies met docententeams, gastlessen, challenge based learning en duurzame stageopdrachten.

Roeland Westra deelde meer over het meenemen van docenten. Zij zijn van groot belang in de beweging naar duurzaamheid. Hij neemt docenten mee op duurzame expedities buiten de school om te professionaliseren op dit gebied. Westra: “Ik heb hen meegenomen naar de rand van het IJsselmeer, waar ze een programma volgden over thema’s als circulariteit”. Ook zijn ze aan de slag gegaan met het zelf formuleren van praktijkvragen aansluitend bij de opleiding, welke ze vervolgens weer kunnen inzetten in het onderwijs.”

Hoe willen we in Flevoland samen aan de slag?
Na het aanstippen van de urgentie, het horen van de ervaring van Vincent Zijlstra en de opgedane kennis uit de ‘kennissnacks’, zijn we in twee groepen uit elkaar gegaan. In de gesprekstafel voor docenten werd verkend of er op dit vlak een doorlopende leerlijn ontwikkeld zou kunnen worden. Er werd eerst stilgestaan bij de vraag wat we verstaan onder een doorlopende leerlijn. Binnen verschillende opleidingen zijn er al best wat leerlijnen rondom CRE-thema’s, maar het is moeilijk om dit ook nog tússen opleidingen te realiseren. Wat er nu nodig is, is een meer gedeelde taal waarbij we allemaal snappen waar het om draait. Ook moeten we het gesprek meer aan te gaan met leerlingen en met elkaar om een positieve en hoopvolle mindset aan te wakkeren om met duurzame thema’s aan de slag te gaan. Om dit te kunnen faciliteren is ruggensteun vanuit bestuur en directie heel hard nodig. In de gesprekstafel voor schoolleiding en -bestuurders werd gesproken over de ambities en de spelende vragen en behoeften. De ambities van de instellingen zijn besproken en er is een behoefte aan meer zichtbaarheid van de initiatieven en samenwerking in de regio. Ook hier kwam naar voren dat voor samenwerking gemeenschappelijke taal een uitgangspunt is. Wat bedoelen we met samenwerking? En waar gaan we dan precies aan werken? Een vervolg is om dat samen uit te zoeken en daar richting aan te geven (op basis van een gezamenlijk vertrekpunt), en deze dingen te verbinden aan de lijnen die al lopen.

*Het Consortium Flevoland is onderdeel van Sustainability Skills en bestaat op dit moment uit Aeres, Firda, Helen Parkhurst, Windesheim, MBO College Lelystad, ROC van Flevoland, Porteum, Leren voor Morgeen en O3-Effect. Mocht je hierbij willen aansluiten, neem dan contact op met Guido Bastiaans.

    Deel deze pagina:

    Meer nieuws