Docentenconsultaties

Leren voor Morgen wil een helder beeld krijgen van de benodigde aanpassingen in het onderwijsproces om circular skills goed te kunnen verankeren. Concreet wilde Leren voor Morgen weten:

  • In welke mate het thema circulaire economie leeft onder docenten en op dit moment geïntegreerd is in het bestaande curriculum en de didactiek.
  • Welke aanpassingen in het onderwijsproces (denk aan de verschillende aspecten van de Whole School Approach) benodigd zijn om circulaire vaardigheden een structurele plaats te geven in het beroepsonderwijs.
  • Wat docenten willen weten, leren of ontvangen om het thema circulaire economie en specifiek het kader circulaire vaardigheden te implementeren binnen hun opleidingen en/of vakken.
  • Wat de wensen van docenten zijn met betrekking tot het nog te ontwikkelen Kennispunt voor Circulair Onderwijs

Om hier inzicht in te krijgen hebben DOON, O3-Effect en Stichting Technotrend docentconsultaties opgezet in het vmbo, mbo, en ho om input te verzamelen en in gesprek te gaan over deze thema’s. Hieronder lees je per vraag de kernbevindingen.

Vraag 1: In welke mate het thema circulaire economie leeft onder docenten en op dit moment geïntegreerd is in het bestaande curriculum en de didactiek
In het MBO wordt het thema gevoeld als belangrijk of zelfs noodzakelijk, maar er is nog geen sprake van structurele integratie in curriculum, didactiek, bedrijfsvoering en professionalisering. Samenwerking met bedrijven rondom circulariteit is zeer beperkt. De noodzaak om op te leiden voor de toekomstige arbeidsmarkt is gevoed door een persoonlijke gedrevenheid en binnen de lessen is er beperkt aandacht voor circulaire vaardigheden.

Het beeld dat in de consultatie naar voren komt is dat het onderwerp circulair nog niet of nauwelijks leeft in het vmbo. Alhoewel hier uitzonderingen op zijn. Wat wel steeds meer gedaan wordt is bewust omgaan met materialen en er is een groeiend bewustzijn in de scholen over de hoge consumptie en het vele afval. Dit gezegd hebbende is circulair bouwen en/of installeren niet of nauwelijks formeel opgenomen in het curriculum van de scholen.

Over het algemeen zien we dus dat het individueel leef, meer niet collectief in onderwijsteams is geïmplementeerd of opgenomen is in het curriculum. Er is nog weinig aandacht voor circulariteit, visie over de randvoorwaarden en weinig samenwerking met het regionaal bedrijfsleven.

Vraag 2: Welke aanpassingen zijn in het onderwijsproces nodig zijn om circulaire vaardigheden een structurele plaats te geven in het beroepsonderwijs.
Mbo-docenten geven aan dat zij het belangrijk vinden dat de school in haar visie zich expliciet uitspreekt over de bijdrage die ze leveren aan een circulaire economie of duurzame ontwikkeling. Doordat niet iedereen urgentie voelt is er leiderschap en een lange termijnplan nodig. Er kwam naar voren dat het onderwijs ruimte kan en moet geven aan: a) Samen met collega’s ontwikkelen, b) Professionalisering op circulaire vaardigheden, c) Mogelijkheden om te experimenteren met alternatieve onderwijsvormen, ene d) Contact met bedrijven.

Het onderwijs moet de blik meer naar buiten richten. Docenten zouden graag meer samenwerken met praktijkbegeleiders van de bedrijven om zo meer de circulaire vaardigheden aan bod te laten komen. In de BPV is we nu ook weinig ruimte voor deze skills, maar deze zouden opgenomen moeten worden in de stageformulieren. Ook is er behoefte aan samenwerking tussen opleidingen, ofwel regionaal ofwel thematisch.

Vmbo-docenten geven aan dat om verder te komen verandering van het curriculum nodig is. Docenten zien graag dat circular skills in de vorm van een kant en klaar keuzevak wordt aangeboden of dat circulariteiet geïntegreerd wordt in bestaande vakken.

Over het algemeen is er op dit moment te weinig ruimte en te weinig tijd om te werken aan circulaire vaardigheden (hooguit binnen een profiel, keuzedeel of minor). Docenten geven aan dat er aanpassingen in het curriculum nodig zijn om het een plaats te geven, waarbij het gekoppeld wordt aan de transitie in het bedrijfsleven ene maatschappelijke vraagstukken.

Vraag 3: Wat willen docenten weten, leren of ontvangen om het thema circulaire economie en specifiek in het kader om circulaire vaardigheden te implementeren binnen hun opleidingen en/of vakken.
Er is behoefte aan professionalisering op vakspecifieke circulaire vaardigheden en een beeld van hoe dit er in de praktijk uit ziet. Dit kan via het bedrijfsleven of door een scholingsaanbod. Daarnaast is er behoefte aan professionalisering op de pedagogisch didactische aanpak bij opleiden voor een circulaire economie. De oproep is gedaan om vooral ruimte te maken voor multidisciplinaire samenwerking (tussen verschillende onderwijslagen en het bedrijfsleven in regionale context). Dialoog tussen practoraten en het netwerken van bedrijven rondom de onderwijsinstelling, kan hierin ook helpen.

De beelden onder docenten over wat haalbaar is om te doen met leerlingen lopen uiteen tussen verschillende scholen. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden in de ontwikkeling van praktijkopdrachten. Om met circulaire skills zijn er uitgewerkte lesmaterialen nodig en kennis over circulaire producten en materialen. Daarnaast werden ontwikkeltijd, een goed netwerk van scholen en docenten en inzicht in de marktontwikkelingen genoemd als belangrijke benodigdheden.

Het gaat dus om het circuleren van informatie, kennis en inzichten; een interdisciplinaire regionale samenwerking. Ook zou er gekeken kunnen worden naar de mogelijkheden om samen te werken in FieldLabs, SkillsLabs, SatelietsLabs en LivingLabs

Vraag 4: Wat zijn de wensen van docenten met betrekking tot het nog te ontwikkelen Kennispunt voor Circulair Onderwijs?
Op zich is er wel behoefte aan bronnen en informatie (liefst in de vorm van een website), maar een groot deel van de docenten vraagt zich ook af of ze dit gaan gebruiken. Er wordt hierbij wel aangegeven dat deze bronnen pas gebruikt worden, wanneer je vanuit bewustwording of richting al aan de slag bent (kip-ei). Er wordt nu meer noodzaak gevoeld om bewustwording te stimuleren, dialoog aan te gaan en verbinding met bedrijven te zoeken op voor hen relevante thema’s

Qua kennisdeling is er vooral behoefte aan voorbeelden van circulaire lessen, best practices, lesmaterialen en docentstages. Het advies is om bestaande platforms te gebruiken voor circulariteit en duurzaamheid.

Meer weten?
Wil je meer weten over dit project? Neem dan contact op met Daan de Kruijf.

Sluit aan bij Sustainability Skills!
Dit project is inmiddels afgerond. Hieronder vertellen we je hoe je kunt aansluiten bij het programma.

  • Wil jouw organisatie zich aansluiten bij een van de bestaande regionale samenwerkingen (Friesland; Flevoland; Utrecht; Zuid-Holland; Rotterdam)? Neem dan contact op met Daan de Kruijf via daan@lerenvoormorgen.org.
  • Verbindt jouw initiatief op regionaal niveau het onderwijs, bedrijfsleven, overheden en onderzoekers? En wil je hiermee aansluiten bij het programma om dit initiatief door te ontwikkelen en/of te laten groeien? Graag leren we je beter kennen. Vul deze vragenlijst in, dan nemen we binnen 7 werkdagen contact met je op!
  • Op de hoogte blijven? Meld je aan voor de nieuwsbrief! 
Leden
Coöperatie DOON
Stichting Technotrend
O3-Effect

Agenda

Inspiratie/nieuws

Podcasts

Kennis

In aanloop naar dit artikel zijn we in gesprek gegaan met Daan de Kruijf. Daan is inmiddels drie jaar actief voor Leren voor Morgen als…
Hoe ziet een monitor eruit die circulariteit in het onderwijs moet meten? Met deze hoofdvraag stapte Leren voor Morgen naar het onderzoeksbureau CINOP. Een vooronderzoek…

Meer projecten

Deel deze pagina: