Wat is er nodig?
Essentieel is een duidelijke visie van de politiek en ministerie van OCW op de rol van educatie in het realiseren van de gewenste duurzame toekomst, zoals ook benoemd in internationale netwerken als UNESCO en UNECE, waarin Nederland participeert.
Op dit moment is van een expliciete visie en beleid op dit gebied geen sprake. Ons onderwijs is de laatste vijftig jaar nauwelijks veranderd. De wettelijke leerdoelen voor PO en VO zijn sinds 2007 niet aangepast en, ondanks een veelbelovend proces binnen curriculum.nu, is het nog maar de vraag of dat de komende jaren substantieel zal gebeuren.
Het onderwijsdebat gaat vooral over achterstanden, salarissen en kansenongelijkheid. Dat zijn uiteraard belangrijke voorwaardelijke elementen, maar de primaire taak van het onderwijs is om scholieren en studenten voor te bereiden op de samenleving en de vraagstukken van de toekomst. Naast de vraag van ‘wat’ en ‘hoe’ is juist de vraag naar het ‘waartoe’ essentieel.
Van de overheid verwachten we een stimulerende en faciliterende rol op het gebied van duurzaamheidsonderwijs. Van de educatieve sector verwachten we het inbedden van duurzaamheid in beleid en integrale programma’s, met meer ruimte voor de docent om vakoverstijgend op de actualiteit in te spelen in dialoog met de eigen omgeving.
Lees meer
Met name willen we inzetten op de volgende punten:
Politiek
- Een centrale regiefunctie van de Rijksoverheid, om het proces van duurzaamheidseducatie in te richten, te coördineren, te faciliteren en te borgen.
- Jongeren ook zelf op elk beslissingsniveau actief en structureel te betrekken bij de invulling van beleid rondom hun onderwijs.
- Richten van onderwijsgelden om te zorgen dat duurzame onderwijsontwikkeling inderdaad op de werkvloer geïnvesteerd wordt.
- Een stimuleringsfonds voor duurzaamheidseducatie, o.a. voor het opschalen van huidige pilots en initiatieven en begeleiding van pilotscholen voor onderwijs in duurzame ontwikkeling.
- Het opzetten van een programma voor Duurzame Scholen, om scholen te helpen duurzame ontwikkeling een plaats te geven in beleid en uitvoering vanuit een Whole School Approach.
- Heldere kwaliteitseisen voor duurzaamheidseducatie, vastgelegd in eindtermen, exameneisen en kwalificatiedossiers, en een actieve rol van de onderwijsinspectie om deze te verifiëren. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van een benchmark zoals de Sustainabul, AISHE of andere instrumenten. Dit sluit aan bij het doel van SDG4: Quality Education.
Educatieve sector
- Centraal stellen van duurzame leerdoelen in de nieuwe leerdoelen voor het po en vo en in de kwalificatiedossiers van het mbo. De SDG’s geven hiervoor een goed raamwerk;
- Het vertalen van deze doelstellingen in specifieke leerinhoud, projecten etc
- Het bijbrengen van 21e-eeuwse vaardigheden als samenwerken, kritisch denken, creativiteit en ondernemendheid
- Meer ruimte voor integraal onderwijs volgens de Whole School Approach: vakoverstijgend, leerjaaroverstijgend, in doorlopende leerlijnen.
- Het verduurzamen van eigen gebouw en bedrijfsvoering van elke onderwijsinstelling
- Meer contact met de omgeving van de school: ouders, gemeente, bedrijven en maatschappelijke organisaties, om aan te haken bij actuele vraagstukken op het gebied van duurzaamheid en ecologische stabiliteit. Daarbij kan de school ondersteund worden bij haar maatschappelijke opgave: it takes a village to raise a child.
- Meer aandacht voor de individuele kwaliteiten en interesses van leerlingen in leerlinggericht onderwijs, zodat zij ontdekken aan welke vraagstukken zij in de toekomst de meest zinvolle bijdrage kunnen leveren.
- Minder bureaucratie en meer ruimte voor (en vertrouwen in) docenten om invulling te geven aan het lesprogramma en hun expertise, lesinhoud en didactiek doorlopend te actualiseren en te benutten.