In het Circular Lab, een initiatief van de Circular Design Group, worden studenten, docenten en professionals uit de Noord-Limburgse maakindustrie samengebracht. De kernmissie is het versterken van de synergie tussen het bedrijfsleven en de onderwijs- en kennisinstellingen binnen de circulaire economie. We spraken in het lab met Jelle Kerstjens, kwartiermaker bij Stichting Circular Design Group en Etienne Engelhart, Crosslab Coach en Docent International Finance & Control bij Fontys Hogeschool over hoe bedrijven en onderwijs elkaar versterken middels langdurige projecten. Amina Redžematović en Mario Bruder, beiden studenten International Finance & Control namen ons mee in hun laatste project. Over hoe de betrokkenheid van een bedrijf het verschil kan maken en wat dat voor beide partijen kan opleveren.
De grootste uitdaging van Venlo
Volgens Jelle is dat om studenten, als ze eenmaal klaar zijn met hun studie, in de regio te houden. ‘Oud-studiegenoten verklaren mij voor gek dat ik hier (weer) ben gaan wonen, maar als je Duitsland meerekent ligt Venlo heel centraal en heb je het werk voor het uitkiezen’, aldus Jelle. De meeste studenten kunnen niet wachten om meer richting het Westen te trekken, maar dat komt ook door een bepaald beeld daarvan. Noord-Limburg is op veel vlakken heel aantrekkelijk, maar dat moet je wel weten. Voor lokale bedrijven is het belangrijk dat ze met hun tijd meegaan en de jonge doelgroep aanspreken. Etienne: ‘Het gebeurt met regelmaat dat een bedrijf komt aankloppen met de vraag hoe ze Gen Z (generatie Z) beter kunnen bereiken. En dan blijkt dat het bedrijf nog steeds alleen op Facebook zit, terwijl Gen Z daar niet te vinden is.’ Door in het Circular Lab de samenwerking met studenten in een vroeg stadium te starten krijgen bedrijven veel waardevolle informatie vanuit het oogpunt van nieuwe generaties, bijvoorbeeld over wat ze zoeken in een baan en waar ze te vinden zijn.
Welke rol spelen bedrijven en het onderwijs samen in de beweging naar circulariteit en brede welvaart? ‘We leiden business studenten op en duurzaamheid is niet te vermijden in hun werkende leven later. Wij leren studenten wat de klimaatdoelen zijn, wat het begrip circulaire economie inhoudt en vooral ook hoe bedrijven richting de toekomst die duurzaamheidsdoelen kunnen implementeren in hun bedrijfsmodel zodat het bedrijf ook in de toekomst winstgevend blijft. Studenten krijgen nieuwe businessmodellen aangeleerd en daar schuurt het vaak ’, aldus Etienne. Veel bedrijven zijn daar nog niet en weten ook niet goed hoe ze er moeten komen, simpelweg omdat ze er niet toe opgeleid zijn. Jelle: ‘De huidige bestuurders, directeuren en beleidsmakers zijn veelal binnen het lineaire systeem opgeleid en opereren ook zo. Het doorbreken hiervan is logischerwijs spannend.’ Op dat gevoelige vlak pakken Fontys Hogeschool en CDG gezamenlijk de handschoen op onder leiding van Jelle en Etienne.
Een investering voor de lange termijn met het Circular Lab
Het Circular Lab ontzorgt het bedrijfsleven en biedt ondersteuning bij het formuleren van de juiste vraagstelling, het verbinden met de juiste onderwijsproducten (docenten en studenten) en het begeleiden van de studenten vanuit zowel bedrijfsperspectief (CDG) als onderwijsperspectief (Fontys). De ambitie van het Circular Lab is om kennis te ontwikkelen en implementeren via nauwe samenwerking tussen geselecteerde innovatieve bedrijven. Het onderwijs speelt hierbij een cruciale rol waarin zij de vraagstukken uit het bedrijfsleven voor de lange termijn omarmt.
Een van de onderwijsproducten waarmee nu binnen het Circular Lab wordt gewerkt is de Crosslab opzet van Fontys. Bij het Crosslab van Fontys Hogeschool gaan tweedejaars studenten aan de slag met echte vragen uit het bedrijfsleven en treden op als consultant. Gedurende een heel studiejaar werken studenten in teams van zes aan een opdracht. Ze bezoeken het bedrijf dat als opdrachtgever fungeert, doen onderzoek en brengen advies uit. De teams zijn doelbewust gemêleerd van samenstelling waardoor de onderzoeksvraag vanuit verschillende perspectieven wordt bekeken. Studenten van international business, marketing management en international finance & control gaan samen aan de slag.
Op dit moment wordt in het Crosslab nagedacht over ‘professional products’. Bij een professional product staat het uiteindelijke product centraal. Etienne: ‘Stel dat een bedrijf een nieuw dashboard wil of daarin een verbetering wil aanbrengen, laat studenten dan direct intern aan de slag gaan met dat vraagstuk. Betrek ze in de praktijk en laat overbodige theorie achterwege. Geef ze toegang en laat ze na een bepaalde periode hun bevindingen presenteren in welke vorm dan ook. De kans is dan veel groter dat bedrijven er echt iets aan hebben en dat HBO-studenten direct hun opgedane kennis leren toepassen’.
Wat maakt en breekt een goede samenwerking?
Volgens Etienne is tijd en vertrouwen allesbepalend. ‘Studenten kunnen je echt versteld doen staan. Als je voldoende tijd investeert, verrassen ze je met de (meest geweldige) goede ideeën en kwalitatief goede presentaties. Ze stellen onverwachte vragen en komen met hele vernieuwende perspectieven.’ Ook verwachtingsmanagement is de sleutel tot succes. De opdracht moet heel helder en goed te begrijpen zijn. ‘Soms duurt het acht weken voordat de goede vraag staat, dan duurt het nog acht weken voordat het onderzoek op orde is en dan is de stageperiode al bijna klaar’, aldus Jelle. Een crosslab duurt twee semesters dus ruwweg 4 periodes van 8 -10 weken. Een stage of afstudeerstage duurt grofweg een half jaar. De juiste vragen stellen, de tijd nemen en studenten zien als toegevoegde waarde is een must.
Studenten die niet vóór, maar met een bedrijf werken
Studenten kunnen dus van grote waarde zijn. ‘Daarvoor is het belangrijk dat studenten niet vóór, maar met een bedrijf samenwerken’, aldus Amina, student International Finance & Control. Zij deed, samen met een groep studenten, een project voor het Duitse en alom bekende Miele. De opdracht was duidelijk en concreet: welke digitale touchpoints (online contactpunten) zijn belangrijk voor Chinese klanten? Ze werkte hiervoor samen met internationale studenten uit China en was regelmatig te vinden bij Miele. Middels een enquête onderzocht zij welke digitale touchpoints belangrijk zijn met als resultaat een goed marktonderzoek. Op de achtergrond werkten andere studenten aan het interne onderzoek bij Miele; wie zijn ze, wat zijn de belangrijkste waarden etc. Amina: ‘De mensen bij Miele vertrouwden ons als team, gaven veel informatie, lieten goed het werkveld zien en hielpen ons echt verder. De uiteindelijke ideeën hebben we gepresenteerd op het hoofdkantoor van Miele in Gütersloh, Duitsland. Deze werden zo goed ontvangen dat Miele het volgende semester de ideeën gaat uitvoeren. Daarmee hebben we als studenten een echt actieve rol gespeeld en dat voelt goed!’ Aldus Amina.
Dat het heel anders kan lopen vertelt Mario. ‘Ik deed mijn project bij een start-up. De eerste fase was succesvol afgerond en ze wilden uitbreiden. Met dat vraagstuk kwamen ze dan ook bij ons. Vanaf het begin waren ze echter amper betrokken. Ze legden de vraag neer, maar gaven ons verder weinig informatie. De communicatie liep niet goed, waardoor wij niet verder konden. Uiteindelijk is het bedrijf failliet gegaan en bleef ons project onafgerond. De projecten van Mario en Amina laten goed zien hoe belangrijk het is dat bedrijven tijd en moeite stoppen in de samenwerking.
Dit artikel is onderdeel van het Regioportret Limburg (artikel 1/2). Daarmee brengen we in beeld hoe onderwijs en bedrijfsleven in regio Limburg samenwerken aan ‘Sustainability skills’: de vaardigheden die nodig zijn in de circulaire economie van de toekomst. We hopen andere regio’s te inspireren en zo de transitie naar de circulaire economie te versnellen. Bekijk de andere regioportretten van deze regio:
Regioportret Limburg 2/2Auteur: Clarisse Kers-van der Veld
Meer weten over het opleiden voor een inclusieve, duurzame toekomst?
Sustainability Skills