Jacomijn en Guido _ Leren voor morgen _ foto Pim Geerts _ PIMG7750

Ambitieuze uitdagers van het onderwijssysteem

Dit artikel is onderdeel van het Regioportret Utrecht (artikel 1/3). Daarmee brengen we in beeld hoe onderwijsinstellingen, bedrijven en overheden in de regio Utrecht samenwerken aan ‘circular skills’: de vaardigheden die nodig zijn in de circulaire economie van de toekomst. We hopen andere regio’s te inspireren en zo de transitie naar de circulaire economie te versnellen.

Lees hier artikel 2/3Lees hier artikel 3/3


Ze zijn ronduit gepassioneerd als het gaat om onderwijsinnovatie. Een tikkeltje gefrustreerd ook, soms. Maar Jacomijn de Vries en Guido Bastiaans hebben dan ook een groots doel voor ogen: het Nederlandse onderwijs transformeren om te ‘leren voor duurzame ontwikkeling’. Volgens hen is het hoog tijd om het huidige systeem los te laten. “We leiden toch op voor de toekomst? Dat betekent: leren de vraagstukken in de omgeving te herkennen, met een onderzoekende houding.”

Dankzij een behoorlijke carrière in het onderwijs – onder meer als docent, schoolleider, rector en adviseur – hadden Jacomijn de Vries en Guido Bastiaans al heel wat gezien voordat ze in 2018 onderwijsinnovatiebureau O3-Effect oprichtten. Guido: “Mijn drijfveer is altijd geweest om zo goed mogelijk antwoord te geven op de vraag: waar leiden we voor op? Wat mij betreft moet het onderwijs, van primair tot wetenschappelijk, altijd gebaseerd zijn op die vraag.” Het huidige onderwijs is doorgeslagen naar de kwalificerende kant, vindt hij. Terwijl het ook een belangrijke vormende rol heeft, zowel op persoonlijk als sociaal niveau. “Je leidt mensen toch op voor de toekomst? Met de vele crises waarmee we momenteel te maken hebben betekent dat: leren voor duurzame ontwikkeling. Leren de vraagstukken in de omgeving te zien, met een onderzoekende houding, gericht op waarden.”

Duurzaamheid versus ‘leren voor duurzame ontwikkeling’
“Leren voor duurzame ontwikkeling, waar we ons met O3-Effect op richten, is iets anders dan leren over duurzaamheid”, legt Jacomijn uit. “Dat laatste betekent kennis vergaren: wat zijn duurzame materialen? Of: hoe kun je iets beter hergebruiken? Terwijl leren voor duurzame ontwikkeling gaat om het leren omgaan met de balans tussen people, planet en prosperity. Onderwijs waarbij leerlingen werken aan lokale, actuele vraagstukken en onderhand kennis en vaardigheden opdoen. Je geeft ze de ruimte om hun eigen afwegingen te maken, in plaats van van tevoren te zeggen: zet deze stappen, dan komt dat eruit. De circulaire transitie is een van de uitdagingen waarop je dit kunt toepassen, maar dat kan ook op andere vraagstukken, zoals armoede. Zolang de balans tussen die drie belangen maar voorop staat.”

Huidige systeem biedt te weinig ruimte
Volgens Jacomijn en Guido is er vooral in het voortgezet onderwijs weinig ruimte voor docenten om als ‘ontwikkelaar’ buiten de school vraagstukken uit de omgeving op te halen. Daarvoor moeten ze tegen het onderwijssysteem ingaan, of het ernaast doen in hun eigen tijd. De onderwijsvernieuwers hebben aan den lijve ondervonden hoe moeilijk innoveren binnen het huidige stelsel is. Jacomijn: “Dat systeem blijkt hardnekkig, we lijken veel dingen te doen ‘omdat we die nu eenmaal zo doen’. Waarom ben je als docent bijvoorbeeld veertig minuten aan het praten, terwijl dat misschien bij drie leerlingen aankomt? Wat is eigenlijk basiskennis, en waarom hebben we die in vakken opgedeeld? Of eindeloze docentenvergaderingen die geen concrete plannen voor leerlingen opleveren: die zijn er niet omdat docenten dat per se willen, maar dat is ‘het systeem’.” Ze besloten daarom iets compleet nieuws náást dat systeem te zetten. Een nieuwe middelbare school, gericht op leren voor duurzame ontwikkeling. Guido: “We hadden het concept helemaal uitgewerkt. Natuurlijk hadden we de kwaliteitscriteria, zoals het behalen van de kerndoelen en een goede zorgstructuur, op orde. Toch heeft de Onderwijsinspectie onze aanvraag afgewezen op een van die criteria: burgerschap. Nota bene de basis van ons concept! Maar de inspectie legde niet de link tussen burgerschap en duurzame ontwikkeling. Eeuwig zonde.”

Zo veel mogelijk speldenprikjes
Na deze teleurstelling zaten Guido en Jacomijn allerminst bij de pakken neer. Met O3-Effect gaan ze onverminderd door met, zoals ze het noemen, zo veel mogelijk speldenprikjes geven. Jacomijn: “We doen dat bijvoorbeeld met een innovatielab, waarbij we in korte tijd met een ontwikkelteam  van docenten, leerlingen en bedrijven kijken wat actuele vraagstukken in de omgeving zijn en wat dat betekent voor het onderwijs. Of we experimenteren met juist dingen níet meer doen. We betrekken ook de schoolleiders erbij. Docenten willen vaak wel, maar het ontbeert hen aan ondersteuning om initiatieven verder te brengen – ze zitten vast in het systeem. Wij proberen daarom onderwijs te ontwerpen waarin zij andere manieren van lesgeven kunnen uitproberen, eventueel samen met bedrijven en experts. Dan zien ze: ‘hé, het kan best!’ en krijgen ze het handelingsperspectief om elementen ervan langzaam te integreren.”

Circulaire vaardigheden identificeren
Een mooi voorbeeld van zo’n ‘speldenprikje’ is het project dat de onderwijsinnovators hebben opgezet binnen het Consortium Utrecht, onderdeel van het Circular Skills-programma van Leren voor Morgen. “Via het Circular Skills-programma kwamen we in contact met lerarenopleiders van de Hogeschool Utrecht. Zij wilden meer weten over ‘opleiden voor een circulaire economie’. Daarop hebben we partijen bij elkaar gebracht in een Utrechts consortium, om met elkaar te bedenken hoe we hierin meer structureel kunnen samenwerken. Binnenkort starten we een pilot bij een actueel Utrechts circulair bouwproject. Samen gaan we kijken welke circulaire vaardigheden er nou in dat project zitten en welke er nodig zijn. En vervolgens: hoe we dit kunnen vertalen naar het onderwijs.” Doel is om dit ook met andere projecten te doen, vertelt Guido. “In één project zie je niet alle circulaire vaardigheden voorbijkomen. Met meerdere projecten kunnen we een database opbouwen van alle circulaire vaardigheden die we tegenkomen. Dan kunnen we bepalen wat we sowieso in het curriculum van een opleiding willen opnemen.”

Hub voor structurele samenwerking
Wat Jacomijn en Guido betreft komt er zelfs een fysieke plek in Utrecht waar dit soort samenwerkingen structureel plaatsvindt. “Een soort hub, waar bedrijven, gemeente, provincie en onderwijsinstellingen aan actuele projecten en initiatieven uit de stad werken, om op basis van die praktijk meteen actueel onderwijs te ontwikkelen. In plaats van als onderwijsinstelling eenmalig een bedrijf te betrekken dat studenten een opdracht geeft. Dat is hartstikke goed, maar het kost veel effort en daarna is het weer klaar. Zo’n hub is echt een leersysteem buiten bestaande organisaties.” Wat Jacomijn betreft kan de hub, als bijkomend effect, zelfs helpen het lerarentekort op te lossen. “Stel dat je als leraar – naast een aantal dagen voor de klas – de ruimte krijgt om één of twee dagen in de week naar bedrijven te gaan om te achterhalen waar je nu precies voor opleidt en daar samen met hen onderwijs op mag ontwikkelen. Dat maakt het vak toch veel leuker?”

Auteur: Annemarie Teuns
Fotografie: Pim Geerts

Meer weten over het opleiden voor een inclusieve, duurzame toekomst?
Sustainability Skills

 

Regioportret_Guido

Guido Bastiaans
Guido is een onderwijsinnovator met een drijfveer om de wereld om hem heen te begrijpen en de vragen te stellen die niet altijd voor de hand liggen. Hij zet daarmee aan het denken en inspireert mensen om buiten de gebaande paden te kijken. Daarnaast heeft Guido jaren ervaring in het voortgezet onderwijs als leidinggevende en docent. De vraag waarom we iets doen en vanuit welk maatschappelijk belang, staat bij hem altijd voorop

 

 

Jacomijn en GuidoJacomijn de Vries
Jacomijn is een bevlogen onderwijsontwikkelaar met een sterk oog voor organisatie- en groepsprocessen. Ze heeft een ruime ervaring als schoolleider en onderwijsconsultant waardoor ze de dynamiek binnen scholen goed kent. Een missie/visie vertalen naar concrete zichtbare activiteiten en processen, is voor Jacomijn de kern van (gedrags)verandering in een organisatie.

    Deel deze pagina:

    Meer nieuws